Dierenkliniek Sanimalia +32 11 28 46 00
Dierenkliniek Sanimalia Gouverneur Verwilghensingel +32 11 28 46 00

Behandelingen

Informatie over behandelingen

Behandelingen

Informatie over behandelingen

  • Castratie kater
  • Sterilisatie kattin
  • Gastropexie
  • Oorontsteking
  • Bloedtransfusies
  • Laparoscopische chirurgie
  • Hernia Diafragmatica
  • Oogoperaties

Castratie kater

Een kater belandt in zijn puberteit omstreeks zijn zesde levensmaand. Vanaf dit moment zal hij testosteron (het mannelijk hormoon) produceren en is hij in staat om kattinnen drachtig te maken. Onder invloed van testosteron gaan intacte katers in en rond het huis beginnen te sproeien (kleine plasjes maken) om hun territorium te markeren.  Ze kunnen ook langere tijd van huis wegblijven om een partner te zoeken. Om hun territorium en partners te beschermen, kunnen ze  vaak agressief gedrag vertonen.

Deze dieren komen dus regelmatig thuis met gapende wonden en abcessen. Om dit ongewenst gedrag tegen te gaan, worden katers het best gecastreerd.

Voor de operatie dient een kater nuchter worden gehouden. Dit wil zeggen : niet meer eten vanaf de avond voordien. Drinken mag nog wel tot ze binnengebracht worden.

Het dier wordt op een veilige manier in anesthesie gebracht, waarna de haartjes op zijn scrotum verwijderd worden. Zodra de huid ontsmet is, zullen via twee kleine insneden de testikels op een weinig ingrijpende manier verwijderd worden.

Ze krijgen pijnstilling toegediend die tot lang na de operatie werkzaam blijft. De dag van de operatie zelf zijn katers meestal nog een beetje rustig, maar daarna zijn ze snel weer de oude. Omdat er geen hechtingen geplaatst worden bij katers, moet hij in principe niet op controle komen. Bij enige twijfel over het genezingsproces, mag u natuurlijk altijd even telefoneren.

Na een castratie worden katten over het algemeen wat rustiger (maar zeker niet altijd!). Ze hebben ook aanleg om overgewicht te ontwikkelen. Daarom is het nodig om de voeding aan te passen. Gecastreerde dieren (en zeker binnenhuiskatten) hebben ongeveer 30% minder voeding nodig als niet-gesteriliseerde dieren.

Sterilisatie kattin

Vanaf een leeftijd van ongeveer zes maanden kan een kattin voor het eerst krols worden, gedekt worden en drachtig worden.

Krolsheid merken we aan de onrust, het overdreven luid en veel miauwen en weglopen. Dit is voor veel eigenaars al een belangrijke reden om hun kat te laten steriliseren.

Ook op de gezondheid van een kattin heeft sterilisatie een positieve invloed. Gesteriliseerde kattinnen hebben namelijk niet enkel veel minder kans op het ontwikkelen van een baarmoederontsteking of tumoren van de melkklieren, maar ze zijn ook minder vaak betrokken bij aanrijdingen of gevechten (omdat ze vaker in de buurt van hun huis blijven).

Bij het inplannen van de sterilisatie vragen we om de kattin ‘nuchter’ te houden voor de operatie. Dit wil zeggen dat ze vanaf de avond ervoor niet meer mag eten, maar wel nog gewoon mag drinken. Het dier wordt op een veilige manier in anesthesie gebracht, en krijgt pijnstilling. Een klein stukje vacht op de buik wordt geschoren.

Nadat de huid goed ontsmet is, kan de operatie beginnen. Deze is weinig ingrijpend. Dikwijls wordt er een insnede gemaakt van slechts 1 of 2 centimeter (wanneer enkel de eierstokjes verwijderd worden, zoals bij jonge kattinnen). Daarna worden de ovaria opgezocht, afgebonden en verwijderd.  Hierna zal de kattin nooit meer krols worden en is er geen kans meer op ongewenste nestjes.

Indien u een kat hebt die al wat ouder is, reeds een nest gehad heeft of een aangetaste baarmoeder heeft, zal ook de baarmoeder verwijderd worden. De insnede is dan iets groter.

Meestal mag de kattin dezelfde dag alweer naar huis. U zal merken dat ze ’s avonds nog vrij rustig is, maar na enkele dagen is ze  weer de oude. Tien dagen na de sterilisatie ziet de dierenarts de kattin graag nog even terug, om zeker te zijn dat alles goed heelt. Op dat moment kunnen ook de hechtingen verwijderd worden. Bij enige twijfel over het genezingsproces, mag u natuurlijk altijd even telefoneren.

Na een sterilisatie worden katten over het algemeen wat rustiger (maar zeker niet altijd!).  We dienen dan ook de voeding aan te passen. Gesteriliseerde dieren (en zeker binnenhuiskatten) hebben ongeveer 30% minder voeding nodig als niet-gesteriliseerde dieren.

Gastropexie

Gastropexie betekent letterlijk het vasthechten van de maag aan de binnenkant van de buikwand

Een gastropexie kan om twee redenen geadviseerd worden:

  • Een zeldzame reden is een maagbreuk,  
  • Maar DE voornaamste reden voor gastropexie is een maagtorsie. 

Wat is nu een maagtorsie, maagkanteling of een draaiing van de maag?

Vooral grote rassen met een diepe borstkas zijn gevoelig aan een maagtorsie. We zien het zo vooral bij de Deense dog, Ierse wolfshonden, Berner sennen, retrievers, de bassethound en zelfs de teckel. 

De juiste oorzaak is niet te benoemen maar waarschijnlijk spelen verschillende factoren een rol.  Als de maaginhoud wat opzwelt dan kan de maag soms een klik maken rond zijn as. Hierdoor kan de inhoud niet meer weg en treedt er gisting op. Het gevormde gas maakt de maag dikker en dikker.  Dit kan op korte tijd verslechteren (minder dan een uur). Ze voelt aan als een opgeblazen ballon. Deze "ballon" kan je voelen door te tikken vlak achter de ribbenboog.

De zwelling zorgt op zich weer voor verder doorkantelen van de maag.

Aangezien de milt is verbonden met de maag kantelt deze vaak mee over de maag van links naar rechts in het lichaam. Hierdoor worden de bloedvaten afgesnoerd en ontstaat er shock.

Maagkantelingen die niet snel genoeg herkend worden lopen maar al te vaak fataal af. Het is een echt spoedgeval.

De diagnose wordt gesteld op basis van de klinische symptomen en op basis van de röntgenfoto. Er ontstaat een "dubbele bubbel" of een met lucht gevulde maag die zichtbaar wordt door een horizontale lijn die verschijnt als scheiding tussen twee delen van de maag. (Foto)

De behandeling van een maagtorsie is altijd erg dringend.  We willen snel intraveneus vocht toedienen als shockbehandeling. Tegelijkertijd laten we het gas uit de maag ontsnappen.  

Om nieuwe gasvorming te voorkomen spoelen we de maag leeg via een maagsonde. De maagsonde wordt via de mond en de slokdarm ingebracht. Hiervoor is vaak een lichte anesthesie nodig. Tegelijkertijd wordt er bij de hond dan een tracheotube in de luchtpijp geplaatst zodat de luchtwegen beschermd worden tegen verslikking.  

Eens de maag leeg is draait de maag soms terug tot zijn normale positie. Soms is dan een dringende operatie nog niet noodzakelijk. Dit moet bij elke dier apart beoordeeld worden door de dierenarts. Dat is niet altijd gemakkelijk.

Vaak zijn we toch genoodzaakt om chirurgisch in te grijpen en op die manier de maag terug in de juiste positie te leggen (en de milt uiteraard ook). Eens de positie normaal is wordt de maag vastgehecht aan de binnenkant van de buikholte zodat ze niet opnieuw kan draaien.

Deze ingreep noemen we een gastropexie. Deze gastropexie wordt geadviseerd aan alle honden die een maagtorsie hebben doorgemaakt omdat ze een zeer grote kans hebben om te hervallen. 

Een gastropexie kan ook preventief worden uitgevoerd. Zo voorkom je een om uw hond te verliezen aan een fataal verlopene maagtorsie.

De operatie kan dan eventueel  uitgevoerd worden in combinatie met een sterilisatie bij teefjes. Beiden kunnen laparoscopisch uitgevoerd worden.  De herstelperiode is dan heel kort.

In dit geval gaat het om een standaard operatie, op een normaal moment van de dag, niet in spoed, bij een gezond, jong dier.  Het is dus veel minder ingrijpend en je voorkomt een mogelijke spoedingreep.

Voorkomen is beter dan genezen !

Oorontsteking

Oorontsteking is een zeer vaak voorkomend probleem, vooral bij de hond, wat minder frequent bij de kat.

Een acute oorontsteking is vaak duidelijk voor de eigenaar: het dier heeft acuut jeuk of pijn, en gaat veel aan het oor krabben of met de kop schudden. Bij deze symptomen ga je best naar de dierenarts. De meeste van die acute oorontstekingen zijn vlot te behandelen met de juiste oordruppel. Na één of twee weken dient een acute oorontsteking genezen te zijn. Liefst definitief.

Een oorontsteking mag niet om de haverklap terugkomen. Als dat wel het geval is dient er verder onderzoek te gebeuren naar de echte onderliggende oorzaak van deze recidiverende otitis. Overschakelen naar een andere oordruppel is meestal niet de oplossing.

Ook bij een chronische oorontsteking zoeken we verder naar onderliggende oorzaken.

Er zijn verschillende oorzaken van oorontsteking. Ze komen heel vaak in combinaties voor, die elkaar dan ook nog eens afwisselen. Het is dus goed mogelijk dat uw dier twee maanden geleden een acute oorontsteking had, vorige maand daarbij een extra complicatie heeft opgelopen en nu nog steeds niet genezen is omdat sommige chronische veranderingen in het oor nog niet in orde zijn.

Oorontsteking vraagt een goede opvolging, zowel van de dierenarts als van de eigenaar.

Er zijn enkele onmisbare onderzoeken bij dieren met een oorontsteking. Namelijk otoscopie (diepe oorinspectie), microscopie (op zoek naar parasieten) en cytologie (cellen kleuren en bekijken onder de microscoop).

In sommige gevallen kan een cultuur uitgevoerd worden om te onderzoeken welke kiemen aanwezig zijn in het ontstoken oor.

Een goed onderzoek van de ganse gehoorgang, inclusief het grondig reinigen tot in de diepte dient vaak onder een lichte anesthesie te gebeuren.  U kan daar eventueel bij blijven, en de dieren wandelen kort nadien samen met u terug naar buiten.

Soms is een CT scan noodzakelijk om de gehoorgang, het middenoor en het binnenoor te beoordelen. Dit levert onschatbare informatie op die spijtig genoeg op een normale radiografie van het hoofd vaak niet te zien is.

De oorzaken van oorontsteking worden onderverdeeld in 3 groepen :

  1. Predisponerende factoren die uw dier meer kans geven om een oorontsteking te ontwikkelen.
  2. Uitlokkende factoren die de oorontsteking plots in gang zetten.
  3. Onderhoudende factoren die er voor zorgen dat het oor toch niet spontaan geneest, zelfs wanneer de uitlokkende factor behandeld is.

Enkele voorbeelden :

Predisponerend

  • Te nauwe oorkanalen (shar pei)
  • Afhangende oren
  • Water in de oren
  • Lokale irritatie
  • Poliepen

Uitlokkend

  • Oorschurft
  • Allergieën (Atopie...)
  • Vreemde voorwerpen
  • Verhoorningstoornissen
  • Auto-immune ziekten

Onderhoudend

  • Bacteriën (Staphylococcus)
  • Gisten (Malassezia)
  • Chronische veranderingen
  • Middenoorontsteking

Om een oorontsteking goed te laten genezen dienen alle oorzaken, uit alle groepen, apart te worden onderkend en behandeld of bijgestuurd.

Heeft uw dier een oorontsteking, maak dan een afspraak bij de dierenarts dermatoloog Luc Nagels, doe de laatste dag niets meer in het oor, hou het dier nuchter en breng alle reeds gebruikte medicatie mee.

Bloedtransfusies

Een bloedtransfusie kan levensreddend zijn bij patiënten met bloedarmoede (anemie), inwendige bloedingen (als gevolg van rattengif intoxicatie, tekort aan bloedplaatjes of hemofilie) en tekort aan eiwitten (zeldzaam). De voornaamste oorzaak van bloedarmoede is Auto-Immune Hemolytische Anemie (AIHA of IMHA), waarbij het lichaam antistoffen vormt tegen zijn/haar eigen rode bloedlichaampjes en ze afbreekt.

Om bloed te kunnen toedienen hebben we een donor nodig. Dit is meestal een hond van een andere eigenaar of de hond van één van de dierenartsen. We kunnen in onze praktijk rekenen op een aantal honden als donoren. 

In principe kunnen we bij een hond van 30 kg vlot een halve liter bloed afhalen en dit mag iedere drie weken zonder nadelige gevolgen voor de donorhond. We zijn blij dat we dag en nacht kunnen rekenen op een aantal honden en hun baasjes om ons hierbij te helpen in geval van nood.

Ook bij katten kunnen we trouwens bloedtransfusies doen; bij een gemiddelde kat kan tot 50 ml bloed worden afgehaald.

Net als bij de mens komen bij dieren ook bloedgroepen voor. Bij de hond zijn er acht verschillende bloedgroepen : DEA-1.1, DEA-1.2, DEA-3, DEA-4, DEA-5, DEA-6, DEA-7, DEA-8. DEA is de afkorting vanDog Erythrocyte Antigen. Tegen sommige bloedgroepen hebben honden met een andere bloedgroepen van nature reeds antistoffen. Bij een bloedtransfusie kan er dan een allergische reactie ontstaan. De ideale donor is liefst enkel DEA-4 positief, aangezien er hiertegen géén natuurlijke antistoffen bestaan. 

Na een éérste bloedtransfusie vormt het dier zelf antistoffen tegen het gekregen bloed, ook van een DEA-4 donor. Vandaar is een tweede bloedtransfusie met bloed van dezelfde donor niet aangewezen. Niet alle transfusie-reacties zijn trouwens meteen levensbedreigend. 

Ook bij de kat zijn er verschillende bloedgroepen : type A, type B en type AB. Type A komt het meest voor (> 90%). Type B zien we vooral bij raskatten. Type AB is uiterst zeldzaam. In tegenstelling tot de hond moet er bij katten best op voorhand bepaald worden tot welke bloedgroep ze behoren. 

Een bloedtransfusie is vaak spoedeisend en geeft ons in de eerste plaats tijdwinst !! Het is immers de bedoeling dat het dier op korte tijd zelf terug voldoende rode bloedcellen en/of bloedplaatjes aanmaakt in zijn/haar beenmerg. 

Vaak is de vraag wanneer een bloedtransfusie juist moet gebeuren. Dit hangt heel sterk af van de klinische toestand van het dier, in combinatie met de resultaten van het bloedonderzoek. 

Praktisch gaat een bloedtransfusie als volgt in zijn werk:

  • Bloed wordt afgenomen bij het donordier en het wordt meteen opgevangen in een bloedzakje. Dit zijn trouwens dezelfde bloedzakjes die gebruikt worden voor de mens.   
  • In zo’n bloedzakje zitten er antistollingsfactoren om ervoor te zorgen dat het bloed niet klontert.
  • Kort nadat het bloed werd opgevangen, wordt het aan de patiënt toegediend.

Laparoscopische chirurgie

In onze kliniek zijn we momenteel vergevorderd met de laparoscopische ingrepen.

We zijn met vier dierenartsen die deze techniek uitvoeren: Ine MeuwisMichelle LhommeSimon Bollengier en Maïte Achten.

Deze dierenartsen hebben al intensieve trainingen gehad in binnen- en buitenland en hebben over het verloop van de jaren meer ervaring opgebouwd.

Bij laparoscopie kunnen we op een minimaal invasieve manier de buikorganen bekijken en chirurgie uitvoeren.

Dit gebeurt met behulp van twee tot drie werkkanalen die via kleine insnedes in de buikholte terecht komen. Door deze werkkanalen kunnen instrumentaria en een camera ingebracht worden en kan de ingreep plaatsvinden.

De buikincisie zal veel kleiner zijn, dit heeft verschillende voordelen:

  • Minder pijn
  • Sneller herstel
  • Verkorte duur van anesthesie
  • Minder kans op complicaties zoals infecties en bloedingen
  • Meer beweging mogelijk kort na de ingreep
  • Verbeterd zicht tijdens de ingreep

Laparoscopische ingrepen hebben al voordelen bij honden vanaf 5 kilogram.

Er zijn verschillende operaties waarbij we laparoscopie toepassen:

  • Laparoscopische sterilisatie
  • Laparoscopisch verwijderen van niet-ingedaalde testikels
  • Vasectomie van normale testikels
  • Laparoscopische gastropexie = het vasthangen van de maag ter preventie van een maagkanteling. Dit kan ook in combinatie met één van de eerder genoemde operaties
  • Laparoscopisch nemen van leverbiopten
  • Laparoscopische pericardectomie = het verwijderen van een deel van het hartzakje bij zeer specifieke aandoeningen

Hernia Diafragmatica

Het middenrif (diafragma) is een dunne spier die zich bevindt tussen borstkas en buikholte. Het zorgt voor de scheiding tussen hart en longen enerzijds en de ingewanden anderzijds.

Bloedvaten, zenuwen en slokdarm zijn de enige structuren die een normaal middenrif mogen oversteken.

Een opening in het diafragma kan soms aangeboren zijn maar veel vaker is een scheur in het middenrif (hernia diafragmatica) een gevolg van trauma. Vooral katten zijn hier erg gevoelig aan. Zelfs stomp trauma, zoals een aanrijding aan de achterpoten, kan door de impact soms resulteren in het doorscheuren van het middenrif.

Vaak schuiven de organen vanuit de buik tot in de borstholte, waardoor het ademen bemoeilijkt wordt. We zien allerlei variaties. Soms zit enkel een klein stukje lever doorheen het middenrif. Soms zit  de volledige inhoud van de buik (lever, maag, darm,..) in de borstkas.  Enkel de nieren, de blaas en de dikke darm zijn stevig genoeg vastgehecht in de buik zodat ze ter plaatse blijven.

Bij de aangeboren vorm zij er soms ook wat varianten. Zo kan er bijvoorbeeld een opening zijn vanuit het hartzakje (het vlies wat rond het hart zit) tot in de buik, dit wordt peritoneocardiale hernia genoemd.

DE SYMPTOMEN

Bij de aangeboren vorm zijn deze soms erg subtiel omdat het dier zich onbewust  heeft aangepast aan de situatie. Denk aan een inspanningsintolerantie, het sneller moe of buiten adem zijn.

Soms zijn de symptomen veel duidelijker. Denk dan aan ademnoodblauwe tongniet meer kunnen eten (anorexie), vermagerenbraken,..  

De symptomen kunnen verschillen naargelang de organen die erbij betrokken zijn.

DE BEHANDELING

Een hernia diafragmatica kan niet met medicijnen behandeld worden. Om dit op te lossen is er een chirurgische aanpak nodig. Dit is geen eenvoudige  ingreep. Vooral de anesthesie moet goed gecontroleerd worden.

Bij een hernia diafragmatica wordt het abdomen (de buik) meestal geopend op de middellijn zoals bij veel standaard ingrepen. Maar vanaf het moment dat de buik geopend wordt, is onmiddellijk ook de borstkas open (doorheen de hernia). Daardoor verdwijnt ook de onderdruk in de borstkas die nodig is om te kunnen ademen. Het dier kan op dat moment niet meer zelfstandig ademen en moet dus door de dierenarts of een ademhalingstoestel actief beademd worden

De chirurg zoekt eerst de opening. Soms is die groot en duidelijk, maar af en toe is die ook maar klein. Hij zal de buikorganen terug verplaatsen naar de buik, en dan de scheur zo goed mogelijk proberen te dichten. In een groot aantal van de gevallen lukt dat goed. Heel af en toe is het nodig om een meche of een kunststof netje te gebruiken om een te groot defect dicht te krijgen.

Bij een aangeboren hernia is het soms moeilijk om de buik te sluiten omdat deze nog nooit zoveel organen bevat heeft. De buikwand is gewoon te klein om alles erin te krijgen. Dan wordt de buik in meerdere operaties gesloten zodat de buik kan wennen aan de inhoud.

NAZORG

Als de organen terug op hun plaats zitten kunnen de longen terug beginnen uitzetten. Er is nu echter lucht via de buik in de borstkas, naast de longen terecht gekomen. We noemen dit een pneumothorax. Daarom wordt er naar het einde van de ingreep een thoraxdrain geplaatst. Dit is een kunststof buisje dat met de tip in de borstkas wordt geplaatst doorheen de flank. Hiermee kunnen we de lucht uit de borstkas zuigen tijdens en na de ingreep. Zo ontstaat er terug een negatieve druk in de borstkas, waardoor het dier terug zelf kan ademen.

Tijdens de operatie en ook de eerste uren nadien moeten deze patiënten op een intensieve manier gecontroleerd worden. Onze assistenten waken naast hen. Eens als de dieren bekomen zijn en zelfstandig ademen, kan de herstelfase beginnen. Vaak gaat dit verrassend vlot en de meeste dieren herstellen 100%.

Oogoperaties

Oogarts Eveline Capiau is een bijzonder goede oogarts en -chirurg. Op de foto hieronder ziet u hoe ze een lensextractie doet. Dat is een erg precieze operatie voor het verhelpen van katarakt. Hiermee kunnen dieren althans gedeeltelijk hun zicht terugkrijgen.

Zij doet echter niet enkel lensextracties. Een greep uit de andere behandelingen die zij doet:

  • Officieel oogonderzoek (ECVO)
  • Screening gonioscopie
  • Spoelen traankanalen
  • Aanleggen traankanaal
  • Cherry eye opereren
  • Cornea hechten
  • Corneasequester
  • Distichiasis
  • Entropion corrigeren
  • Ooglidtumor verwijderen